Aanzet 351.
19-4-2010 Amsterdam.
Tsjechies Graniet.
Acht dagen geleden op een Zondag morgen toen ik onderweg was naar Durgerdam in plaats van Ijmuiden om alvast
te wennen aan de kilometerheffing, veranderde ik van plan en boog af naar Ijburg waar ik verleden jaar een x aantal
keren mezelf in de kano te water had gelaten voor een rustige oefening. Aldaar aangekomen besloot ik een eilandje
te omcirkelen, al hoewel er met een noord oosten wind vervaarlijke agressieve golven aanrolden besloot ik toch een
tocht te wagen. Mede door de opkomende zon die een ware betoverende rode gloed wierp op de aankomende golven
die me als in een rodejo op en neer zwiepten. Ik wist dat ik m'n evenwicht zou kunnen behouden zolang ik voor-
waards zou blijven gaan, maar na de bocht om dat eiland zouden de golven me van achteren tot aan de thuiskomst
blijven besteken. En de achterop komende golven dat is mijn aqrchillispees daarmee ben in 1988 al een keer mee
omgeslagen op zee, dus in een ander tijdperk weliswaar. Nog op de heenvaart route besloot ik bijna om toch maar ge-
lijk voorzichtig terug te gaan, maar de eerzucht gebood mij langzaam door te gaan tegen de wind in en aldoende uit
angst een Mantra te blijven prevelen. Toen ik dan eindelijk om het eiland heen even in de luwte na een keer bijna te zijn omgeslagen ging zingen in een fantasie taal gaf me dat weer moed. Kortom zo'n 15 meter voor een stijl aflopend
strandje sloeg ik om, onder water hangend besloot ik onmiddelijk m'n spatzeil los te trekken en uit de kano te gaan
en geen tijd en energie te verspillen door te proberen om te eskimoteren. Het zwemmen met lange kaplaarzen aan +
lange onderbroek + dikke blauwe gewatteerde overall en daar overheen het motorregen pak + reddingsvest viel nog
al tegen en toen ik een zandbank voelde met uitgestrekte voeten in de laarzen dacht ik nu ben ik er. Maar vervolgens
was er geen zandbank meer, het bleek een zandrigel, dus weer zwemmen en de omgekeerde liggende kano mee trek-
kend. Na liggend op het strand te zijn bijgekomen stapte ik weer in de kano en ging langs de kant naar de auto anders
had ik hem over het zand en een weg moeten tillen. De zon was inmiddels verdwenen achter donker opklimmende wolken. Onder een lage brug van beton zag ik vanaf de klotsende watermassa een waarschijnlijk dakloze vrouw van
middelbare leeftijd die wilde gaan schuilen voor de regen die zou kunnen gaan komen gezien de donkere wolken. Na
de doorweekte zware kleren te hebben uitgetrokken en droge te hebben aangedaan + droge kaplaarzen en thee te heb-
ben gedronken, verplaatste ik de auto om een basalt steen uit het water mee te nemen. Die ik vervolgens een uur later
toen ik de kano opborg voorzag van drie diepe 18 mm boorgaten en hem zodoende kon splijten in twee stukken. En
daar ik niet vond dat hij mooi gespleten was nam ik een paar dagen later een graniet steen uit Tsjechie onder handen
en spleet het in vijf stukken, op een ietwat mooiere manier vanwege het karakter van het materiaal. De kunstenaar
Alphons Freijmuth die ooit eens een jaar op de locatie van Theo Niermeyer met hout had gewerkt kwam ik tegen op
zijn opening bij Josine Bokhoven. Tijdens de tweede korte rencontre gaf ik hem de DVD van de begrafenis destijds
van de staalbeeldhouwer Theo omdat hij er toen niet bij aanwezig kon zijn. Ook de psycholoog Ed Veldkamp waar
ik twee dagen voordat ik omsloeg nog een uurlang telefoon gesprek mee had, gaf ik een zelfde DVD als bijlage of-
tewel supplement bij de sculpturen die hij ooit eens had gekocht in de galerie. Hij belde mij over een passage in een
van de vorige Aanzetten aangaande de kano. Waarvan Alphons F vond dat ik het woord Cajak zou moeten bezigen.
Op een Donderdag nadat ik in de jaarsbeurs te Utrecht was geweest ging ik diesel tanken, ik had vijf Euro op zak en
ik dacht nog net wel 20 Euro te kunnen tanken met mijn bankpas, maar die zei geen Saldo ook een tweede kaart zei;
geen saldo. Dus de mobiele telefoon, maar die zat op slot, terwijl hij nog nooit op slot had gezeten, de accu was ge-
lukkig voldoende opgeladen. Het lukte mij niet om hem van het slot te krijgen ook al dacht ik te doen wat mij door
het apparaat gevraagd werd. Uiteindelijk lukte het een medewerker van het pompstation om hem van de gesloten
positie te krijgen, opdat ik iemand in de buurt op anderhalve kilometer afstand kon bellen voor die 20 Euro. Dat is
je deel als je op een toch nog te grote voet leefd, zei ik tegen mezelf. In ieder geval gaf de in vijven gespleten steen
mij in spirituele zin toch weer enigzins hoop na er dagen lang aan te hebben gewerkt en er nog zeer vele uren in zal
moeten steken. Desalniettemin waren er niet zolang geleden filosofische beschouwingen over het feit of het wel of niet mogelijk zou kunnen zijn dat men op een gegeven moment 'Uitgesteend' is of op z'n half Engels 'Uitgestoned'. Nou
dat weet ik dus niet. Eerst waren het de afgedrukte politieke prenten in Rotterdam en Ohio, toen de etsperiode en ver-
volgens het schilderen en filmen en daarna het beeldhouwen en experimenteel filmen. Verleden week filmde ik de
kist aan de achterkant van het Nieuwe Oosterbegraafplaats gebouw van de fraude bestrijder Niko Paape. Ik hoopte
dat de schipper botenbouwer Jan misschien het woord zou nemen vanaf de katheder, want dan had ik dat steevast
gefilmed. Ik heb nieuwe witte bladen op mijn bureau gelegd, waardoor ik nu in plaats van een sculptuur aan elke zij-
kant er nu twee heb kunnen plaatsen. Na dat pompstation ging ik langs bij een vriend die koper aan het lassen was
en me zijn acht nieuwe kuikentjes onder een warme lamp liet zien. Daarna bakten we voor de lunch verse eieren van eigen kippen en speelde ik op een door ons beiden ooit eens samen geklopte grote koperen gong.
Oplage 16. Edward Luyken.
|
|