Aanzet 363.
5-4-2011 Amsterdam.
Drijfzand.

Een week na het Int Filmfestival in Rotterdam besloot ik op een zondag met de kajak van Durgerdam naar het Ij te te peddelen waardoor ik moest uitstappen bij de Oranjesluis om met het polyester over de dijk te klimmen. Daar ik niet onmiddellijk in de gaten had toen ik weer wilde instappen dat de peddel die ik in de hand had niet meer met het touw vast zat aan de boot (omdat ik het door een struik had getrokken) zag ik vanuit een ooghoek de boot los weg- drijven. Zonder een split second te verliezen sprong ik het water in en pakte het bij zijn staart en zwom er mee terug. Ik was me bewust dat als ik het niet verschrikkelijk koud zou willen gaan krijgen ik als Den Donder naar de plaats van bestemming moest gaan peddelen en om mezelf moed in te spreek-zingen maakte ik daarbij hortende onharmonische kreet geluiden mede veroorzaakt door adem gebrek tijdens die eerste twee honderd meter. Momenteel lees ik de ze- ventiende druk van het boek; “De opstand der horden” van de Spaanse denker Jose Ortega Y Gasset wiens cultuur- filosofische beschouwingen na 80 jaar nog steeds van toepassing zijn op de hedendaagse situatie. Bij de bieb moet ik het verlengen want wil het heel langzaam lezen. Aanvankelijk had ik er een hard hoofd in. Namelijk het idee van mijn jongste zoon om zelf de twee doorgeroeste balken van zijn busje te gaan repareren-vernieuwen door met een vriend te gaan miglassen in de regen en wind. Toen het hun gelukkig was gelukt gaf het mij de kracht om nou eindelijk eens de ketting van de motor goed te spannen waar ik al die tijd niet mee aan de slag durfde te gaan omdat ik altijd bang ben dat een bout vast geroest zit of breekt of de schroefdraad van een moer niet meer pakt, waardoor ik dan nog verder van huis zou kunnen zijn. De laatste film die indruk op me maakte was de Zweedse speelfilm de “Sound of noise” over 6 drummers die guerrila-style optraden en een experimenteel filmpje van Matt Hulse waarin hij drumt zonder drumstel en de bewegingen perfect sinc samen gaan met het geluid. Verder zag ik een X aantal weken terug in Leiden een ener- gie gevende life performance percussie van Paul Koek in de Veenfabriek. Kortom als het Hart en de Harten maar blij- ven kloppen in verbazing en verwondering. Na 20 jaren dus vanaf 1990 zo’n beetje al de openingen in de Mokumse galerien te hebben af gelopen, heb ik kennelijk even een pauze ingelast, bovendien doen de zonen met hun vrienden dat inmiddels steeds in meerdere maten om op de hoogte te blijven. Het in de voor laatste Aanzet beschreven vermoe- den dat het vervoersmiddel niet door de APK keuring zou komen bleek juist, dus was blij geen structuele afspraken te hebben gemaakt voor vrijwilligerswerk buiten de stad, die ik dan weer zou hebben moeten afzeggen. Na de vertoning van de film “Traject” in de Maasstad ben ik niet meer met de kajak naar Ijmuiden geweest, als of ik voor de zoveelste keer weer opnieuw iets moet opbouwen. Verleden week wel alvast weer de jongens gefilmd toen zij aan het mig lassen waren liggend op de grond onder hun busje. Ruimte gebrek om de houtsculpturen te filmen baart mij wel zorgen, dus zal het waarschijnlijk pl,aats vinden in de natuur tijdens de zomer. Het voordeel van filmen in een white cube is dat je de concentratie van het oog tot op zekere hoogte in de hand hebt en in de natuur mag de omgeving niet te veel over- heersen, want dan ziet men niet datgene waar het om draait. In het oude Volkskrant gebouw ging ik naar een sympo- sium over ateliersruimtes en bedacht daarbij zelf als jonge kunstenaar destijds in 73 te Rotterdam het geluk te hebben gehad een schoollokaal te kunnen gaan betrekken als atelier voor het vervaardigen van etsen en het afdrukken ervan. Dus wens ik voor huidige jonge kunstenaars die er echt voor gaan betaalbare werkruimtes anders komt de ontwikke- ling niet of half tot stand. Maar ook al voor de swing naar rechts in de politiek was het aanbod te karig. Het was een van origine Italiaanse oudere graficus die me ooit zei in 74 (op mijn verzoek langs te komen in m’n atelier) dat als ik zo zou door gaan ik dan op m’n vijftigste leeg zou. Ik had inderdaad een onstuitbare drang heel veel etsen te produceren uit- sluitend zwart wit en hij daaraantegen maakte er minder maar tot in het oneindige uitgewerkt en in kleur en moet ik er aan toevoegen op een niveau wat voor mij onhaalbaar zou zijn om te evenaren, vanwege mijn toen veel te vluchtige karakter. En de reden waarvoor hij voor mij aanspreekbaar was had denk ik te maken met het feit dat hij net was ge- scheiden. Benno Randolfi was zijn naam en een andere oudere kunstenaar maar dan in de big apple wiens naam ik me niet kan herinneren, was prettig verbaasd dat ik werkelijk zonder twijfel had gekozen voor het pad wat ik beliep. Hij sprak niet uit wat hij dacht uit wijs en beleefdheid maar het had de gedachte sfeer van; nou dan ga je nog wat zware dobbers meemaken in dit leven en ik wens je in ieder geval succes. Gelukkig werd ik me sinds een paar jaar geleden pas echt bewust van het feit dat ik geen omzet heb (op zich overigens nou niet bepaald wereld schokkend) maar her gegeven dat het nooit echt tot me was doorgedrongen bewijst wel dat in bepaalde gevallen onwetendheid je de kracht kan verschaffen door te gaan. Om die reden dus ook moet ik zelf voorzichtigheid betrachten ten aanzien van artistiek advies t.a.v. projecten van zonen en hun vrienden. Want ik zie overal echt of imaginair drijfzand wat de Lef van jon- gelingen in kan dammen en waarmee je ook de mogelijkheid tot leren van foutjes maken ontneemd.
Oplage 16. Edward Luyken.

||o-[ Edward Luyken ]-o||