Aanzet 408.
5-9-2017 Amsterdam.
Locomotief.
Het is maandag en heb net een stevige brunch genuttigd en zit voor het eerst sinds 1994 op het balkon te schrijven
Met het verkeer drie etalages lager onder mij en uitkijkend door de boombladeren op het kruispunt. De zon schijnt
nog niet aan deze kant van het perceel, want dan moet ik naar binnen, maar kunnen wel de gisteren nat geworden kle-
ren goed drogen. Of het iets anders gaat opleveren wat betreft de gedachte gangen tijdens het schrijven weet ik nog niet. En ja er zijn natuurlijk de uitlaat gassen en het geluid van het verkeer en wat verder op de achtergrond een Fran-
se radio zender. Een tocht naar Parijs om er onder andere weer te schaken en wat te filmen zal me twee keer zoveel kosten als verleden jaar, dit vanwege benzine in plaats van diesel. De oudste zoon vertrekt binnenkort weer naar Aus-
tralie en daarna Colombia waar hij weer een cursus Spaans gaat volgen. Ik scheer me niet meer elke dag. In Ohio des-
tijds begon ik wel aan Spaanse les voor wat meer credit hours, maar stopte er na drie maanden mee want kreeg de ge-
legenheid om er les te geven, waar ik me handen aan vol had om elke week alles voor te bereiden. Hier op het balkon
staan zeven kleinere natuursteen sculpturen uit de tijd dat ik er verwoed, zeg maar fanatiek mee bezig was. En al het
geld aan gereedschap op ging. Zoals met meerdere dingen uit het verleden kan ik het me bijna niet meer voorstellen.
De zon begint te schijnen hier op het balkon, dus ik moet naar binnen. Vanavond waren het de laatste partijen van het trioschaak in het centrum van de stad, iedereen speelt dus twee partijen tegelijkertijd met twee klokken en noteren hoeft dan niet maar als training doe ik het wel. Tijdens het schaken op club avonden drink ik meestal karnemelk en in de sociëteit leidingwater. De jongste zoon is met vrouw en baby naar De Documenta in Kassel waar hij 29 jaar geleden
met mij en zijn oudere broer voor het eerst was. Ik had hen toen beiden een Supoer 8 camera gegeven om op die ex-
positie terreinen en in de zalen te filmen wat zij interessant vonden, om welke reden dan ook. Gisteren in het mulle zand op het strand brak de as bij een wiel en moest zodoende de kajak naar de branding slepen. Een ander systeem had ik al bedacht voor het geval hij zou breken, namelijk de wielen van een rolstoel die uitneembaar zijn, wel moet ik dan
de zaag zetten in de rolstoel waar destijds de moeder van de zonen nood gedwongen in moest zitten als zij niet in bed
lag. Ben verheugd dat het weer wat kouder gaat worden en in Australie begint de lente. Als kind zijnde kreeg ik ooit een mandoline maar heb er toen nooit op leren spelen. En waarschijnlijk was ik 13 en 14 toen ik op klassiek gitaar-
les ging maar ben daar in die twee jaar niet ver mee gekomen. Ik had er geen talent voor. Pas een decennium of iets later kocht ik een electrische gitaar vervolgens een tweede hans versterker en weer wat later randapparatuur, dus al-
lerlei vervormers. Daar er schaak en kano avonden in de pijpline staan te wachten en dat vandaag niet aan de orde
was, ging ik s’morgens naar de film ‘Lily Lane’ een Hongaarse film met een prachtige soundscape en deze avond
laat naar de film; ‘Patti Cake’ over verschillende vormen van Rap Music in the States. Op dit moment luister ik naar;
de Engelse band T-Rex waardoor ik gelijk aan Urbana Univercity in Ohio 1971-1972 moet denken. Het viel me des-tijds op dat het Music technisch kunnen vrij breed was. Ikzelf in die tijd musiceerde totaal niet. Pas tien jaar later na-
dat ik inmiddels meerdere soundtracks voor mijn experimentele films had gemaakt in Parijs, New York en Rotterdam
ging ik in Amsterdam in de jaren tachtig trommelen op metaal, mede naar aanleiding van het contact met Paul Koek
en zijn vrienden dus begon ik toen ook maar op een trombone te blazen, etcetera. De Kunst-psychiater M. Willems
stelde jaren geleden al voor om over mijn jeugd jaren te gaan schrijven. Dat moet je juist opschrijven adviseerde hij
me met klem. Maar dat durf ik nog niet, nou ja mondjes maat licht ik de sluier voorzichtig op, ik ben dus aan het af-
tasten. Als kind zijnde tot mijn tiende sliep ik alleen op zolder met mijn ledikant tegen de schoorsteen en vond in een
schoenen doos een keer biljetten, geld dus. Vervolgens ging ik in de speelgoed winkel in de waarschijnlijk plaatselijke
hoofdstraat vragen hoeveel die electrische trein van Trix met dat kleine locomotiefje koste en dat bedrag nam ik van
die biljetten en kocht die treinenset met open laadbak wagons. Want al de Dinky Toy’s die ik van mijn vader hed ge-
gekregen waren werk autotjes, vracht wagens dus. En daar zat ook een oplegger bij uit het leger voor een tank die ik
er niet bij had. Personen autotjes heb ik nooit gehad. Toen mijn ouders thuis kwamen en ik met de trein aan het spelen was, moest ik natuurlijk wel wat uitleggen, maar kan me niet herinneren er voor op mijn donder te hebben gekregen,
wel ligt mij nog bij dat mijn vader mij later hielp met het in elkaar schuiven van de rails. Niet lang daarna kocht hij
een nieuwe Bella Zundapp een Duitse scooter en zat ik tussen mijn ouders in op dat voertuig. En als ik alleen achter op die scooter zat ging ik zingen in een taal die op Engels moest lijken. Hij overleed toen ik negen jaar was en acht jaar
later ging ik er zelf op rijden want had al die tijd in een schuur gestaan en had dus geen rijbewijs. En werd een jaar la-
ter bekeurd bij een aanhouding en werd de scooter in beslag genomen die ik maanden later weer mocht komen op-
halen maar er niet op mocht rijden, dus lopend verplaatsen. De 15 de keer dat ik in groeps verband sávonds in de kajak me door de grachten verplaatste heeft mijn hernieuwde kijk op de stad mij doen verbazen in positieve zin.
Oplage 16. Laurens Edward Luyken.
|
|